De evangelische St.Martini gemeente van de Duitse stad Bremen wil van straatnamen af die nog herinneren aan het tijdperk van het communisme.
De Karl Marxstraat en de Friedrich Engelsstraat moeten zo snel mogelijk een andere naam krijgen. Mogelijke alternatieven zijn de Theodor Herzlstraat, Beginstraat of Sadatstraat.
Dit meldt Idea Spektrum, het weekblad van de Duitse tak van de Evangelische Alliantie.
Voorganger Jens Motschmann over zijn plannen: “Wie ook slechts eenmaal de hatelijke uitingen van Marx en Engels over joden en hun racistische opmerkingen ter kennis heeft genomen, kan niet langer toezien dat in onze stad deze twee mannen geëerd worden”.
In zijn open brief aan de senator van de SPD beroept Motschmann zijn beweringen op het onderzoek van prof. Konrad Löw, politiek wetenschapper en Marx-expert.
Löw kwam tot de conclusie dat Marx en Engels noch humanisten noch edele communisten waren.
Schriftelijke correspondentie tussen Marx en Engels staat vol met beledigende en krenkende taal aan het adres van joden, zwarten en andere minderheden.
Al in 1984 verscheen een studie van de Britse Marx-expert Nathaniel Weyl, getiteld: Karl Marx, a racist.
Volgens Weyl waren Marx en Engels verdorven persoonlijkheden, gedreven door afgunst en haat tegen de mensheid. Met name Marx was volgens Weyl een pathologisch geval.
In zijn studie laat Weyl weinig heel van de mythe dat Marx en Engels een betere wereld voor ogen stond. De mythes zijn pas geschapen nadat de twee overleden waren.
Helaas is het boek onopgemerkt gebleven in de tijd dat het communistische systeem op weg was naar zijn definitieve ondergang.
Wie denkt dat Marx en Engels slechts enkele verbale misstappen begingen wordt door het boek van Weyl goed uit de droom gehaald.
Volgens Marx waren negers niet beter dan dieren. Hongaren waren volgens hem “een obscuur en half barbaars volk die nog in de 16e eeuw woonden”. Ook over Polen, Russen en Italianen laat Marx zich in soortgelijke opmerkingen uit.
Volgens Engels waren Russen ‘koolbladenvreters’. In de toenmalige Neue Rheinische Zeitung riep hij op tot een oorlog tegen de Russen, ‘een zootje mensen zonder geschiedenis’.
Bewoners op de Balkan waren ‘veedieven en roversbendes’. De grote vrijheidsstrijder Simon Bolivar noemde Marx ‘een laf en miserabel varken’.
De arbeidersklasse waarvan men altijd gezegd heeft dat Marx en Engels daar hun hart aan verpand hadden, waren in hun ogen niets meer dan ‘tuig in lompen’. Een medestrijder, Ferdinand Lasalle, noemde hij ‘een joodse nikker’.
Als Marx dronken was, en dat scheen volgens tijdgenoten die hem goed gekend hebben, nogal vaak te gebeuren, hemelde hij de superioriteit van het Duitse ras op.
Over een andere medestrijder voor het socialisme, Lafargue, schreef hij: “(…) ik zal niet rusten, eer ik hem grondig op zijn kreolenschedel geslagen heb”. En Engels schreef over de anarchist Bakoenin dat hij ‘een volslagen rund’ was. (geciteerd in ‘Karl Marx’, geschreven door een van de beste Marx biografen, Franz Mehring, 1921).
Lafbekken, schreeuwers, warhoofden, smeerlappen, pummels, apen, schoften, landlopers; dat waren de kwalificaties van Marx en Engels als zij hun medestrijders en de arbeidersbeweging kwalificeerden. (citaten uit Fritz Raddatz, Franz Mehring, Werner Blumenberg, de drie belangrijkste Marx biografen van de vorige eeuw).
Over joden schreef Marx dat zij ‘schaamteloze beesten, apen’ waren. Veel van de brieven met nog meer anti-semitische taal zijn later zoekgeraakt of vernietigd door familieleden van Karl Marx.
Diverse Marx biografen, met name Weyl, stellen dat Marx een destructieve persoonlijkheid had. Overigens telt het boek van Weyl nog veel meer schokkende uitingen van Marx en Engels.
Praktisch al zijn tijdgenoten vonden Marx iemand waarvan een kwade en negatieve invloed vanuit ging.
Volgens Weyl is Marx alleen te begrijpen als men de psychiatrie te hulp roept. “Marx was een verbitterde slappeling, een extreme egoïst, een radicale nihilist en een psychopaat, beheerst door een demon”. Ook tegenover zijn eigen familie stelde hij zich zo op.
De bekende maar inmiddels overleden psychiater Erich Fromm beschreef in zijn werk ‘Anatomie van de menselijke destructie’ een persoonlijkheid die voor een groot gedeelte overeenkomt met de persoonlijkheid van Marx. Iemand die volledig incapabel was zijn liefde en gevoelens van affectie naar andere mensen te uiten.
Diverse Marx biografen hebben de afgelopen honderd jaar een overvloed aan feiten met betrekking tot het leven van Marx en Engels boven water gehaald. Helaas is deze informatie altijd in een zeer kleine kring van ‘ingewijden’ gebleven.
Dat er na de dood van Marx rondom zijn vermeende goede bedoelingen met de arbeidersklasse en de mensheid een kolossale mythe geschapen is, was slechts enkelen bekend.