De vernietigende aardbeving in de Indiase deelstaat Gujarat “was Gods antwoord op de aanvallen op plaatselijke christenen”.
Dit zei de Indiase minister van Luchtvaart van de deelstaat Karnataka K.T.John in een ontmoeting met vredesgroepen in het land.
De 69-jarige politicus is christen en behoort tot de regerende Congrespartij. Toen extremistische Hindoes protesteerden tegen zijn uitlatingen, moest John zijn positie opgeven. Dit meldt Idea Spektrum in zijn recente editie.
Indiase deskundigen schatten dat er op 26 januari jl. in Gujarat wellicht enkele tienduizenden mensen omgekomen zijn. Een gelijk aantal mensen wordt nog vermist.
Volgens John heeft dit te maken met de aanvallen van hindoe extremisten die juist in deze deelstaat het felst tegen christenen zijn opgetreden.
Sinds eind 1998 begonnen felle Hindoes massaal kerken in brand te steken. Voorgangers en priesters werden aangevallen en vermoord. Christenen maken slechts 0,5 procent deel uit van de in totaal 45 miljoen inwoners van Gujarat.
Ook herinnerde John aan de wervelstormen in de Oost-Indiase deelstaat Orissa in 1999 waar meer dan 10.000 mensen omkwamen. De wervelstormen vonden plaats na massale christenvervolgingen in deze staat.
Als bevestiging van deze opvatting wijzen Indiase christenen op het feit dat kerken en kerkelijke hulpverleningsinstellingen in verhouding weinig schade hebben opgelopen. De 320 blinde en invalide bewoners van een kerkelijk opvangcentrum in de buurt van het epicentrum, hebben de aardbeving overleefd.
Niet alle christenen in India zijn het eens met deze zienswijze.
Ook wordt door sommigen gewezen op het grote aantal stuwdammen in Gujarat die verantwoordelijk zijn voor de aardbevingen.
Stuwdammen blijken grote druk uit te oefenen op de bodemstructuur, waardoor onderliggende aardlagen kunnen gaan glijden.
Volgens een Duitse evangelist kon de aardbeving geen toeval zijn. De aardbeving die op dezelfde dag plaatsvond als de viering van de heiligste dag van de Hindoes, had een intensiteit van 400 maal de atoombom op Hirosjima.
Terwijl het epicentrum van de aardbeving in de stad Bhuj lag, is een voorganger van een christelijke gemeente iets overkomen wat nauwelijks toeval te noemen is.
Op de dag van de beving was hij samen met 28 andere leiders van evangelische kerken uit Gujarat aanwezig op de vierde etage van het hotel Shree Maruti in Gandhidham, een locatie nog dichter bij het epicentrum.
Terwijl zij hun plannen bespraken om een andere bevolkingsgroep met het evangelie te bereiken, hoorden zij plotseling een oorverdovend lawaai. Het hotel trilde op zijn fundamenten en de stofontwikkeling was zo groot dat niemand meer iets kon zien. Marmer en steenplaten vielen op de grond, zonder dat er iemand gewond raakte.
Hijzelf viel in een trapportaal naar beneden. Hij rende terug en begon met de anderen een gebed op te zeggen. Niemand schreeuwde of huilde. Direct daarna was het ergste voorbij. Toen men de situatie verkende zag men dat de eerste twee etages van het hotel waren ingestort. Er was weinig voor nodig geweest om iedereen te laten verongelukken. Als een wonder ontsnapten zij aan deze ramp.
Deze gebeurtenis heeft zich diep in de harten van de christenen gegrift. Naar menselijke maatstaven had iedereen moeten omkomen. Maar Gods hand heeft deze mannen bewaard. Mannen die op dat moment bespraken hoe zij het evangelie zouden gaan verkondigen aan een nog onbereikte bevolkingsgroep.