In ‘The Jerusalem Post’ (International Edition) wijdde Steve Rodan een heel artikel aan de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Sjimon Peres.
De minister heeft onlangs uitvoerig gesproken over zijn droom en verwachting voor de toekomst van een nieuw Midden-Oosten, gebaseerd op regionale samenwerking van verschillende landen, zodat ze allemaal in welvaart zouden kunnen leven.
Hij heeft geen gehoor gevonden bij de politieke leiders van Egypte, Jordanië en de Palestijnen, en toont zich daarover tegenover de pers heel verbitterd.
Vooral de Palestijnen interesseren zich totaal niet, voor welk voorstel ook, indien er niet op staande voet anderhalf miljoen van hun mensen naar Israël mogen gaan.
Hij zei: “Zoals de zaken nu staan, zie ik een moeilijke tijd aanbreken. We hebben verschillende problemen. Elk daarvan kan zich gemakkelijk ontwikkelen in een strijd zonder uitweg.
Daar is het lot van de vluchtelingen van de oorlog van 1967, dan de eis van Egypte dat wij het anti-nucleaire verdrag zullen ondertekenen, en dan de volgende stap in het nakomen van het akkoord tussen Israël en de P.L.O., wat betekent dat ons leger verschillende Arabische dorpen, steden en gebieden moet ontruimen”
Een omvangrijke taak, en de minister is van mening dat de toegemeten tijd hiervoor véél te kort is. Hij heeft zijn plannen voor een ambitieuze en dramatische verandering in het Midden-Oosten op een laag pitje gezet. Echter dringt hij wel aan op een spoedige voortzetting van de diplomatieke onderhandelingen met Arabische staten, en deze vorderingen niet verloren te laten gaan door een in elkaar storten van de vredespogingen met de Palestijnen.
De directeur-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Uri Savir zegt: “Het jaar 1994 is diplomatiek fantastisch geweest, want 153 landen hebben diplomatieke betrekkingen aangeknoopt met Israël. Dat zou niet mogelijk zijn geweest zonder de Verklaring van Principes in september 1993. Daarom zullen wij de kwestie met de Palestijnen als de kern van de zaak blijven beschouwen”
“Maar”, zegt Steve Rodan, “in persoonlijke gesprekken geven hoge ambtenaren toe, dat een mislukking van het vredesproces oorlog tot gevolg kan hebben met vele Arabische landen; zelfs met Egypte”…
Helaas zijn de Palestijnen kennelijk niet in de stemming om te onderhandelen. Ze wensen nu vlug resultaten. De Palestijnse vertegenwoordiger van de misplaatste personen Nabil Shaath heeft maximale eisen gesteld, vol van wantrouwen ten aanzien van de regering van Israël. Hij zegt: “We staan voor een dilemma met het vredesproces. Het is net een vliegtuig, dat langzamer gaat en hoogte verliest”.
Minister Peres wenst echter alleen met Yasser Arafat te onderhandelen, die hij beschouwt als de man met het meeste gezag bij de Palestijnen, sinds 18 maanden. Hij vergeet echter dat Arafat druk bezig is een coalitie van Arabieren te vormen, en díe zal Peres allemaal tevreden moeten stellen.
Peres heeft gemerkt dat de Egyptenaren, Jordaniërs en de Palestijnen een hekel aan hem hebben. Als ze met hem spreken hebben ze geen tolk bij zich om hun woorden in het Engels of het Hebreeuws te vertalen. Het onderwerp ‘terrorisme’ zwijgen ze dood.
Minister Peres maakt zich ook zorgen over de invloed van de republikeinen in Washington. Zij kunnen verhinderen (of afremmen) dat president Clinton zijn beloften aan Israël, Jordanië of de P.L.O. nakomt.
Bovendien is hij boos op de traagheid van zijn partijgenoten Rabin, Shohat en (generaal) Barak.