1. Home
  2. Berichten
  3. Geen categorie
  4. Godsdienstige minderhe­den in Al­ba­nië, Bulgarije en Roemenië on­der toene­men­de druk

Godsdienstige minderhe­den in Al­ba­nië, Bulgarije en Roemenië on­der toene­men­de druk

Gepubliceerd op: 16 september 1996
Categorie: Geen categorie 

Godsdienstige minderheden in Albanië, Bulgarije en Roemenië staan onder toe­nemende druk van de staat, de plaatselijke heer­sende godsdienst en de media, volgens Mensen­rechten zonder Grenzen (Brussel) en het Bulgaarse Helsinki-comité (Sofia), die gezamen­lijk een vierkleuren-brochure van 48 bladzijden gepubli­ceerd hebben over de benarde toestand van verscheidene christe­lijke en niet-christelijke minderheden in deze drie Balkansta­ten.


Veertien plaatselijke en buitenlandse deskundigen hebben dit overvloedig geïllus­treerd verslag opgesteld, dat deel uit­maakt van een eenjarig project, medegefinan­cierd door het ‘Pha­re en Tacis’ democratiserings­programma van de Europese Unie.

Het rapport laat duidelijk uitkomen dat de post-communisti­sche staten de neiging hebben een bevoor­rech­te status toe te kennen aan de zogenaamde ‘nationale’ of ‘Historische re­ligies’ – het­zij de Orthodoxe Kerk of de Islam – en de min­der­heids­groeperin­gen terug te brengen tot verenigingen of stich­tingen en hun gelijke bur­gerrechten te onthouden of ze zelfs te ver­bieden en hun leden gelijke burgerrech­ten te onthouden.
De situatie is het meest ernstig in Bulgarije, waar bijna 40 van deze groepen hun erken­ning zijn kwijtgeraakt en verbo­den. Eén heeft tegen de Bulgaarse staat een klacht inge­diend bij het Europese Hof in Straatsburg. In Albanië wordt aan de Bektashis en de Halvetis, twee Sjiïtische minderheden de status van offi­ciële religie onthouden, die toegekend is aan de ‘de facto’ Sunnietische Islam, de Or­thodoxe Kerk en de Rooms-Katho­lie­ke Kerk.

In de drie betrokken landen heeft de overheid een ‘secreta­ri­aat voor religies’ in stand gehouden dat zij geërfd heeft van het communistische tijdperk, welk het recht van het individu op gewetensvrijheid regelt en dat willekeurig beslist over wat wel religie is en wat niet, zich bemoeit met de interne aange­legen­heden van min­derheids- en meerderheids­religies en er hoof­dzake­lijk op uit is om die te beheer­sen.

De kwestie van de teruggave aan de kerken van eigendommen die in de com­munistische periode zijn verbeurd verklaard ligt heel gevoelig in de drie landen, maar vooral in Roemenië, waar de eigendomsrech­ten van een aanzienlijk aantal gebouwen betwist worden door de Orthodoxe Kerk en de Grieks-Katholieke Kerk.
In Albanië, waar alle godsdienstige gebouwen door het commu­nis­ti­sche regime in beslag genomen en gebruikt waren of afge­broken zijn, heeft de staat eenentwintig bedehuizen – achttien Ortho­doxe kerken, een Katholieke Kerk en twee moskeeën tot ‘culture­le monu­menten’ verklaard en alle godsdienstige activi­teiten erin verboden op dagen die niet aangewezen zijn als godsdien­stige feestdagen; op die feestda­gen zijn ze alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van het betrokken ministerie.

Een laatste punt van zorg in de drie landen is de kwestie van gewe­tensbezwaar tegen militaire dienst. Daar er geen voorzie­ningen bestaan voor alternatieve burgerdienst wor­den wereld­lij­ke en godsdien­stige gewetensbezwaar­den gerechte­lijk ver­volgd en krijgen zij gevangenisstraffen. In dit opzicht ver­slech­tert de situatie in Albanië ernstig waar 30 jonge man­nen voor een mili­taire recht­bank hebben moeten verschijnen, van wie er één een jaar gevangenisstraf gekre­gen heeft.

Last but not least gebruiken de meerderheidsreligies gewoon­lijk de staat en haar instellin­gen om de pas gevestigde en niet-traditionele godsdienstige bewegingen die verdacht werden van proselytisme monddood te maken en hun vrijheid van me­nings­ui­ting en vergadering te beknotten. In Roemenië deed Patriarch Teoctist een beroep op de overheid om een nationale conventie te verbieden die de Jeho­va-getuigen van 19 tot 21 juli 1996 te Boekarest zouden houden. Toen de vrouw van de Amerikaanse pre­sident Clinton in Roemenië was protesteerde ze tegen de schen­ding van de godsdienstvrijheid door te weigeren een Roemeens-Orthodoxe kerk te bezoeken.
In Albanië, waar het Nationale Secretariaat voor Godsdienst­zaken gedomineerd wordt door de Soennietische Islam, zijn de Protestantse gemeenschap rechts­per­soonlijkheid en elke vorm van officiële erkenning onthouden.

In minder of meerdere mate, afhankelijk van het land, schilde­ren de publieke en particu­liere massamedia minderheids­religies af als gevaarlijke sekten, belasteren hun leden, zaai­en haat en doen lasterlijke mededelingen. Bovendien krijgen voor­gan­gers van religieuze minderheden geen gelijke toegang tot de media om hun geloof en integriteit te verdedi­gen.
Dit kli­maat van onver­draagzaamheid wordt ook gevoed door Ortho­doxe geestelij­ken die hun gelovigen ophitsen tot daden van molest, intimidatie en zelfs geweld tegen gelovigen die lid zijn niet alleen van nieu­we, maar ook van de belangrijkste Protestantse kerken in Bulga­rije en Roemenië.

In al deze landen strijden leden van minderheidsreligies sinds de val van de communisti­sche regimes hun eigen strijd om er­kend te worden als wettige deelne­mers aan het democrati­sche proces.

het knp

Over Het KNP

Nieuwe artikelen via E-mail?

Ontvang de nieuwe artikelen direct in uw e-mail.