Wanneer in Nederland de euthanasiewetgeving in de Eerste Kamer wordt aangenomen zal iedereen die zijn wil kan bepalen, ook kinderen vanaf 12 jaar, om euthanasie kunnen vragen. Voor kinderen moeten beide ouders of de voogd wel met het verzoek instemmen.
Slechts mensen, die in de toekomst dementie voorzien, moeten hun verzoek op schrift stellen. In alle overige gevallen geldt, dat het verzoek mag berusten op een mondeling informeel afspraakje tussen de arts en verzoeker. Getuigen zijn daarbij niet nodig. De familie zal geen zicht hebben op de gang van zaken.
De behandeling van de euthanasiemelding door de arts binnen de commissie, die in plaats van justitie deze zaak onderzoekt, is geheim, ook voor de familie. In geval van wantrouwen kan de justitie de zaak onderzoeken na uiterlijk 12 weken, als de commissie haar werk heeft gedaan. Justitie zal zich doorgaans in dat geval neerleggen bij het oordeel van de commissie.
Om euthanasie kan worden gevraagd in geval van vrees voor verdergaande ontluistering, de kans niet waardig te kunnen sterven en het vooruitzicht van onafwendbaar voortschrijdende aftakeling. Het lijden hoeft niet lichamelijk, maar mag ook psychisch zijn. De vraag, of de ziekte nog behandelbaar is, is nadrukkelijk niet als criterium opgenomen.
Deze euthanasiewetgeving zal op korte termijn nog worden aangevuld met een regeling die het mogelijk maakt het leven van personen te beëindigen, die tengevolge van een psychische stoornis of een zich ontwikkelende dementie niet in staat zijn, hun wens te uiten.
Gelet op de tevens in het geding zijnde financiële belangen zullen vooral ook ziektekostenverzekeraars en pensioenfondsen deze wetgeving met belangstelling volgen.
Informatiebronnen:
Wetsontwerp 26691 (1999-2000)
Regeling kinderen: O.a. 26691 nr. 8 pag. 3 (Nader verslag 29-9-2000).
Mondelinge overeenkomst: O.a. 26691 nr. 6 pag. 58 (Nota n.a.v. het verslag 13 juli 2000) en 26691 nr. 22 pag. 70 (Verslag van een wetgevingsoverleg 2 nov. 2000).
Geheim onderzoek commissie: 26691 nr. 9 (Nota n.a.v. het eindverslag 16 okt. 2000 pag. 14)
Termijn van 6 weken: O.a. 26691 nr. 5 pag. 75 (Verslag 17 febr. 2000).
Uitzichtloos en ondraaglijk lijden: O.a. art. 2 wetsontwerp en 26691 nr. 26 (Brief minister van justitie 15 nov. 2000) en 26691 nr. 24 pag. 3 (Brief ministers van justitie en van volksgezondheid, welzijn en sport 15 nov. 2000)
Psychisch lijden: O.a. 26691 nr. 9 pag. 5 (Nota n.a.v. het nader verslag 16 okt. 2000).
Vereiste van behandelbaarheid: 26691 nr. 22 pag. 77/78 (Verslag van een wetgevingsoverleg 2 nov. 2000).
Nog komende wetgeving wilsonbekwamen: 26691 nr. 3 pag. 3 (Memorie van Toelichting 6 aug. 1999) en o.a. 26691 nr. 9 pag. 10 (Nota n.a.v. het eindverslag 16 okt. 2000). Regeling o.g.v. een Algemene Maatregel van Bestuur n.a.v. art. 10 Wet op de Lijkbezorging plus een ministeriële regeling.