John Vinocur/International Herald Tribune
Maandag 15 december, Brussel.
In de laatste uren voor de poging van de Europese Unie om een ontwerp voor een grondwet goed te keuren schipbreuk leed, spoorden, kanseliers en premiers elkaar in redevoeringen aan om de komende mislukking niet als een ramp voor te stellen, zei een deelnemer.
De leiders van Europa, onder wie Jacques Chirac, Tony Blair en Gerhard Schröder hebben de schade gezamenlijk proberen te beheersen. Dit door te verzekeren dat de euro waarschijnlijk intact en sterk zal blijven, dat iemand die van Lissabon naar Rome reist niet op drie grenzen een paspoort hoeft te laten zien. Maar de enquêtes laten zien dat een meerderheid van de burgers van de EU de Unie niet als “iets goeds” beschouwen.
Naast de partijdige betrokkenheid van Frankrijk en Duitsland, wezen de belangrijke rol van Blair en Engeland als bemiddelaar en de stem van het verstand in het oplossen van het geschil over de stemverhoudingen, in de richting van een toekomstig Europa, met een door de anderen geaccepteerde meer betrokken rol van Engeland.
Gedurende de onderhandelingen tussen de hoogste leiders vóór de mislukking, kon Engeland zeggen dat het bereikt had, dat elk land het vetorecht zou hebben in de buitenlandse politiek en zaken van defensie en belastingzaken. Dit vetorecht garandeert dat bij wezenlijke zaken, als oorlog, vrede en belastingheffing, als de besprekingen over de grondwet weer beginnen – waarschijnlijk in 2004 – geen besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Dit om beïnvloeding als intimidatie en politieke arrogantie bij de besluitvorming te voorkomen. Dit vooral door landen die de besluitvorming van de EU kenmerken en de onderhandelingen over de grondwet deden mislukken.
Al liep de mislukking praktisch gesproken niet uit op een ramp, zij was geestelijk gezien wel een fiasco en dat 15 maanden vóór de uitbreiding van de EU van 15 tot 25 lidstaten.
Voorlopig kan het lied van eenheid en solidariteit in de EU wel een farce genoemd worden. Als er nog sporen van overbleven, bestonden zij uit retoriek en waren zij duidelijk ondergeschikt aan het nationale belang. Althans deze week was de oude idealistische vlam van een Verenigde Staten van Europa zo goed als uitgedoofd.
Dat was nog niet alles. In een jaar van Europese verdeeldheid zorgde de mislukking voor een nieuwe en beschamende slotscène. We noemen de verbrokkeling van Europa in betrekking tot het beleid om Irak, de golven van racisme en antisemitisme. Mede de feitelijke toegeving onder Franse en Duitse druk in het laten varen van de limieten in het begrotingstekort. Dit terwijl het is vastgelegd in het Stabiliteitspact, dat het Europese economische en monetaire beleid moet bepalen.
In feite speelde het gevoel van mislukken een overheersende rol in het geschil over de stemverhoudingen over de nieuwe grondwet, dat de top deed mislukken.
Als we de ingewikkelde computerberekeningen van de bevolkingsaantallen en de stemverhoudingen in de uitgebreide EU buiten beschouwing laten, liep de confrontatie over de formule die Duitsland en Frankrijk verdedigden. Deze formule was bedoeld om die landen in staat te stellen de eerste viool te spelen. Dit draaide om de voorziening in de ontwerp-grondwet om de stemrechten van Spanje en Polen in te korten. Deze landen worden als trouwe bondgenoten van de Verenigde Staten beschouwd en samen in staat om de basis voor een minderheid te vormen die besluiten kan tegenhouden.
Het absurde in de huidige situatie ligt in het feit dat het gunstige aandeel in de macht van Spanje en Polen een uitvloeisel was van een Frans plan op de topconferentie te Nice in december 2002. Toen heeft Frankrijk ervoor gezorgd dat de Spaanse en Poolse invloed op de besluitvorming versterkt werd. Chirac waarschuwde openlijk tegen een poging van Duitsland om groter stemrecht te krijgen dan andere grote landen en zo de eerste viool in Europa te spelen.
Toen noemde Chirac de oplossing van Nice “de beste tekst die ooit sinds de stichting van de Gemeenschappelijke Markt is ondertekend”. Het Verdrag van Nice werd prompt geratificeerd. Het stemrecht van elke lidstaat werd vastgesteld; de regeling zou 1 mei 2004 ingaan tegelijk met het toetreden van de kandidaten uit het oude Sovjetblok.
Is dit een kwestie van onsamenhangendheid of alleen de inconsequentie van zuivere machtspolitiek? Analyse wijst in ieder geval op een omgekeerd beleid in het nationale belang van Frankrijk en Duitsland. Op het einde van 2002 en in het voorjaar van 2003 heeft Chirac met succes Frankrijk en Duitsland op één lijn gekregen. Losser van de Verenigde Staten, door het isolement van Schröder te doorbreken in zijn standpunt ten aanzien van de oorlog in Irak.
Nu geeft de formule van de “dubbele meerderheid” in de ontwerpgrondwet Duitsland een uniek voordeel als het land met de grootste bevolking, juist waar Chirac zich drie jaar geleden zo vurig tegen verzet heeft. Deze dagen schijnt Chirac te geloven dat het psychologische fundament van de Frans-Duitse betrekkingen voldoende in het voordeel van Frankrijk werkt, zodat Duitsland beslag zal mogen leggen op het sterkste stemrecht, iets waar Frankrijk vroeger mordicus tegen was.
Voor de Spaanse en Poolse regeringen, die door de Duitsers en de Fransen als onbeschaamde rebellen zijn afgeschilderd, was het onmogelijk thuis te komen met de mededeling dat zij hun plaatsen in de EU ingeleverd hebben die eenstemmig door alle lidstaten geaccepteerd en geratificeerd zijn. Zij zeiden op hun beurt dat Frankrijk en Duitsland de EU hun wil willen opleggen.
Vooral de Polen met eeuwen ervaring die hun intuïtie ondersteunt, wezen erop dat het Duitsland van Gerhard Schröder de functie van consequente weldoener in Europa aan het inruilen was voor een nieuw en ruwer soort eigenbelang.
In dit verband zou het uitblijven van een beslissing, hoewel dat een beschamende mislukking genoemd wordt, beschouwd kunnen worden als een politiek uitstel voor alle hoofdspelers. Een zwakke Poolse regering zou een betere kans maken om te overleven en de partij van Eerste Minister José Maria Aznar van Spanje zou bij de landelijke verkiezingen in maart kunnen zeggen dat zij standgehouden heeft.
Schröder zou zich kunnen concentreren op zijn hervormingsprogramma, ongehinderd door een nauwere betrokkenheid bij de EU, die door slechts 37 procent van de Duitse bevolking gunstig geacht wordt. Met Franse regionale verkiezingen en de verkiezingen voor het Europese Parlement in het eerste halfjaar te houden, scheen Chirac dezelfde overwegingen te hebben.
Blair, die uit de meeste kwesties als winnaar te voorschijn komt, en zich welwillend opstelde tegenover Polen en Spanje, zonder Frankrijk en Duitsland tegen zich in het harnas te jagen, kon volstaan met te zeggen dat Groot-Brittannië de garantie heeft dat het zijn zin zou krijgen op het gebied van Buitenlandse Zaken, defensie en belastingen wat voor grondwet er uiteindelijk uitkomt.
Afgezien van de geur van fiasco bij zijn pogingen om de indruk levendig te houden dat Frankrijk aan het roer van Europa stond, sprak Chirac over de mogelijkheid van pioniers- of kerngroepen van een paar landen (lees: Frankrijk en Duitsland) die de integratie voortstuwden, terwijl anderen treuzelden. Maar terwijl Chirac daartoe opriep, erkende hij zelf dat er problemen waren met de gedachte aan een eerste en tweede klas Europa, een situatie die hij onacceptabel noemde.
Italië en Luxemburg verwierpen het concept van twee snelheden, hetgeen een goede aanwijzing was voor het sentiment van de kleine landen van Europa. Schröder had het er ook over, maar nog voorzichtiger dan Chirac.
“Die kant moeten we niet op”, zei hij, en noemde pioniersgroepen slechts als te overwegen als de besprekingen over een grondwet absoluut zouden mislukken. Niet zonder reden en misschien zoekend naar een manier om voorlopig afstand te nemen van het onpopulaire concept van een Frans-Duitse unie of directoraat, noemde Schröder de wenselijkheid van de Britse deelneming.
De mislukking van de poging om een grondwet op te stellen liet Europa achter met een nieuw gevoel van “wat heeft alles voor zin?”, maar het heeft al vaak in zo’n situatie verkeerd.
Nogmaals: proberen grotere eenheid in Europa te bewerkstelligen gaat niet zonder wachten, hergroeperen en doormodderen. Dit was de werkelijkheid, geen ramp.