PAPHAEL F. Perl (Congressional Research Service) heeft een rapport voorgelegd aan het Amerikaanse Congres in Washington D.C., waarin hij de vooruitzichten nagaat van de vrijheid van ‘de vrije wereld’.
‘Uiteraard leven wij nu allen onder de bedreiging van buitenlandse en binnenlandse terroristen, openlijk of in het verborgene’, stelt hij vast. De wereld is wakker geschud door wat er op 11 september 2001 in de U.S.A. gebeurde.
Het gevaar dwingt tot bezinning, mobilisatie en organisatie. Er moet energiek worden opgetreden, soms diplomatiek, soms hardhandig, met internationale samenwerking van alle goedwillenden, geheime acties, beveiliging van strategische posities en militaire kracht. Niets mag over het hoofd gezien worden.
De aanslagen, die gepleegd werden, liegen er niet om. Aan 11 september zijn het slagschip Cole, Oklahoma City, het wereldhandelscentrum (1993) en de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania vooraf gegaan. Er zijn allerlei drijfveren in het spel, van religieus tot financieel.
We kunnen erop rekenen, dat in de toekomst alle terroristische activiteiten zullen worden gesteund door wereldwijze ordening en mathematische logica, maar mogelijk ook toegang tot chemische, biologische en nucleaire wapens. Om de burgerbevolking te beschermen zullen verschillende regeringen (in toenemende mate) gebruik gaan maken van heimelijke manoeuvres. Wat in het verleden is overwogen door analisten, is noodzaak geworden. We moeten helemaal voorbereid zijn op rampen, wandaden door niets ontziende vijanden. Er bestaat in de U.S.A. dan ook een coördinator van het ‘National Security Council’ voor besluitvorming ten aanzien van de problemen voor het verkrijgen van grotere veiligheid.
Radicale Islamitische (fundamentalistische) groepen vormen de voornaamste bedreiging van de belangen van de U.S.A. en haar welgezinde regeringen. Met inbegrip van Algerije, Bahrein, Egypte, Israël, Jordanië en Pakistan.
Daar tegenover staat, als voornaamste actieve helper van de terroristen: IRAN (een van de zeven op een lijstje in Washington). Dit strijdlustige land zoekt ijverig naar de technologie voor het maken van atoomwapens. Sancties tegen die activiteit hebben niets uitgehaald.
De Amerikaanse regering heeft de bankrekeningen van drie organisaties die de Palestijnse terroristenbeweging ‘Hamas’ steunen, bevroren. Het opsporen van aanhangers van de al-Qaeda organisatie duurt voort. Afghanistan is hen ontrukt, maar Libanon vormt de belangrijkste veilige uitwijkplaats voor terroristen.
De meeste deskundigen zijn het er over eens, dat de effectiefste manier om terrorisme te bestrijden, is het verzamelen van zoveel mogelijk inlichtingen, om de plannen van hun organisaties te kunnen verijdelen. Daarvoor is multinationale samenwerking nodig. Ook tegen landen, die terroristen steunen met geld of wapens.
De media kunnen hierbij een belangrijke rol spelen in de manier waarop ze berichten doorgeven of publiceren. Sommige ondernemingen zijn door revolutionaire elementen geïnfiltreerd. Zij beïnvloeden de openbare mening. Bij het bevrijden van ontvoerde belangrijke persoen lopen de media echter de politie voor de voeten of worden een spreekbuis voor de vijand. Betrokkenen moeten dus met grote voorzichtigheid te werk gaan.
Voor het afkondigen van economische sancties tegen landen, die terroristen steunen, maakt president George W. Bush gebruik van de ‘International Emergency Economic Powers Act’, ter bescherming van de nationale veiligheid, buitenlandse politiek of economie. Hiervan is reeds in 1985 door Washington gebruik gemaakt tegen Libië en Iran.
