Hoe diep zit uw geloof, hoe serieus heeft u Christus woorden genomen, wat durft u aan in Zijn Naam en in Zijn kracht? Kunt u er geld, tijd en energie voor opbrengen? Tegen deze achtergrond moet we het omvangrijke werk zien van de ‘Far East Broadcasting Company’, uit Hamilton in Nieuw-Zeeland.
Uit een gesprek met de directeur, W. Alistair Perkins, blijkt dat dit netwerk van studio’s en zendstations nu in de lucht zit met 144 talen en dialecten. Dat komt neer op 300 uren zendtijd per dag. De luisteraars reageren hierop met gemiddeld 60.000 brieven per maand.
Er wordt uitgezonden vanuit twee stations op het eiland Saipan, dat deel uitmaakt van de noordelijke Marianen, en elf stations op de Filipijnen, drie stations in Zuid-Korea, een groot station op de Seychellen, en sinds kort, vanuit Khabarovsk, de inofficiële hoofdstad van het Siberische Verre Oosten, in de voormalige Sovjet-Unie (Rusland).
Het gebouw in Khabarovsk werd op 1 juni ’95 geopend door de Zuid-koreaanse medewerker dr. Billy Kim, die zei: “Dit station is gebouwd door middel van het christelijk geloof van vele volgelingen van Jezus Christus in Rusland, Zuid-Korea, en elders. Ik moedig de Russische staf hier aan, voort te gaan met evangeliseren in datzelfde geloof”. De Russische directeur zei: “De mensen in Rusland willen niet luisteren naar verouderd christelijk materiaal, maar ze keren zich af van de goed geproduceerde programma’s van de heidense media”. Met andere woorden, de uitzendingen van de ‘Far East Broadcasting Company’ vullen een vacuüm op, sinds de Communisten zich schuil houden in sommige gebieden; niemand weet, hoe lang dat nog zal duren.
Elke dag is kostbaar om te gebruiken voor de Heere.
Het station op de Seychellen richt zich hoofdzakelijk op de mensen in India. In de afgelopen zes jaar hebben zij 35.000 brieven ontvangen van 10.000 jonge mensen van 15-30 jaar, die in de grote steden wonen en voor 90 % uit Hindoes bestaan. Hierdoor zijn goede relaties opgebouwd. Vele vragen zijn beantwoord en er is advies gegeven op allerlei gebied, opdat de scribenten een inzicht krijgen in de christelijke visie op de wereld.
In de staten rond de Perzische Golf (de ‘Golf-staten’ genoemd) werken meer dan een miljoen arbeiders, afkomstig van de Filipijnen. Zij spreken de ‘Tagalog’ taal. Speciaal voor hen zendt de F.E.B.C. z.g. weekend programma’s uit (dat betekent daar op donderdagavond, want vrijdag is de officiële rustdag in Moslim-staten).
In sommige van deze staten bestaan reeds kerk-groepen, maar in de meeste nog niet, hoewel er veel belangstelling is voor de bijbel en verscheidene mensen reeds een christelijke achtergrond thuis hadden.
In Noord-Vietnam worden de christenen onder het Hmong-volk gehaat door de overheid. Het gaat hier om zeven miljoen mensen, die in de bergen wonen en niets met de Vietnamezen te maken willen hebben. Sommigen zijn gevlucht naar Laos, China, Myanmar (Birma) en Thailand. Dank zij de radiouitzendingen van de F.E.B.C. neemt het aantal christenen onder hen snel toe. Een christelijk dorpshoofd is door de Communisten gemarteld, een ander gedood. Ook de Chinezen vervolgen hen (eveneens Communisten), met name in Zuid-China waar 100 nieuwe christelijke kerken zijn ontstaan.
Onder de Hmongs zijn tot nu toe 330.000 mensen tot het christendom bekeerd. Dergelijke berichten komen uit Birma en Afghanistan; in laatstgenoemd land wordt de Dari-taal gesproken. In Indonesië wordt in acht talen uitgezonden.