De meeste Nederlanders weten niet beter of rioolwaterzuiveringsinstallaties reinigen het rioolwater van schadelijke stoffen. Het vervuild water wordt gezuiverd en de schadelijke stoffen bezinken, om als verontreinigd slib te worden afgevoerd. Toch blijken lang niet alle schadelijke stoffen uit het rioolwater te worden gezuiverd, want er zijn tal van opgeloste schadelijke stoffen die in het ‘schone water’ blijven zitten. De waterzuiveringen zijn namelijk alleen ontworpen voor het afbreken van biologische vervuilingen, maar niet voor het afbreken van industriële afvalstoffen. Daarover hoort de gemiddelde wereldburger niet, en met name regeringsinstellingen en milieubewegingen reppen er niet al teveel over. Vooral medicijnvervuiling in het oppervlaktewater is voor de wereldbevolking een relatief nieuw en ernstig milieuprobleem. De medicijnresten remmen de bacteriële werking van het rioolwaterzuiveringsproces en zorgt er ook nog eens voor dat er hormonen ophopen in het slib. De gevaarlijke stoffen komen zo terecht in de waterkringloop en uiteindelijk in ons drinkwater, met alle gevolgen van dien voor het milieu en de menselijke gezondheid.
Door de lozing van medicijnen door farmaceutische industrie, (ziekenhuis)instellingen en vooral door menselijke uitwerpselen komen medicijnresten in het rioolwater terecht. Gemiddeld bevindt zich bijvoorbeeld in het Nederlandse oppervlaktewater 0,033 µg/l diclofenac (ontstekingsremmer). De organen en kieuwen van vissen worden bij een concentratie van 0,5 µg/l diclofenac al ernstig aangetast. Vooral de anticonceptiepil die door meer dan 80% van alle vrouwen in Nederland wordt gebruikt, is een grote boosdoener. In Nederland is de concentratie van oestrogeenachtige stoffen (vrouwelijke geslachtshormonen) in het oppervlaktewater al gemiddeld 0,07 µg/l. Vissen lopen pas schade op bij een concentratie van 1,0 µg/l. Op het eerste gezicht lijken de vissen geen schade op te lopen, maar echter wordt dierlijk plankton (wat als visvoedsel dient) al bij een concentratie van 0,01 µg/l aangetast en daardoor overleven de vissen het alsnog niet. In een onderzoek voor de Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid (SWNM) kwam dr. G. van der Veer tot de conclusie dat de onafbreekbare oestrogene stoffen een slechte kwaliteit van viseitjes en eicellen veroorzaken. Daarnaast zorgen ze voor het ontstaan van vrouwelijke geslachtsdelen bij mannelijke vissen. Alleen al in de Rijn en de Maas zijn veel karperachtigen tweeslachtig geworden, door de hormonen uit de Europese wateren. Ook zouden zoogdieren last hebben van de hormonen, zo kan het gebeuren dat koeien niet meer drachtig worden. “Wat veel mensen niet weten, is dat de pil even goed werkt als contraceptie voor vissen als voor mensen… Het synthetische oestrogeen dat gebruikt wordt in de anticonceptiepillen is erg potent en kan al gevolgen hebben voor vrouwelijke vissen met hoeveelheden minder dan een nanogram per liter”, aldus dr. K. Kidd (University of New Brunswick Canada). Zij publiceerde een drie jaar durende studie over de impact van hormonen op vissen. De toxicoloog dr. S.M. Bay (Southern California Coastal WRP) heeft ook al aangetoond dat, de 4 miljard liter ‘schoon rioolwater’ die elke dag in de kustwateren van Californië wordt gestort, grootte invloed heeft op de stand van de vissoort tarbot. Tot wel 90% van de mannelijke vissen had oestrogeengehaltes die overeenkwamen met de vrouwtjes en ook gingen ze eitjes ontwikkelen.
Ook veeteeltbedrijven en viskwekerijen zijn mede de oorzaak van een toename van (veterinaire) geneesmiddelen in het oppervlaktewater. De medicijnen worden gebruikt om de productie van de teelt op peil te houden en die komen uiteindelijk in de bodem (door urine of mest) of direct in het water terecht. Jaarlijks wordt er in Nederland circa 600 ton antibiotica toegediend aan zieke koeien, door middel van preparaten met mengsels van 100.000 I.E. (Internationale Eenheden) antibiotica. Als er echter teveel antibioticasporen worden aangetroffen in de koeienmelk, dan is een veehouder verplicht deze melk te vernietigen, door deze in de gierput te laten lopen. Uit de praktijk blijkt echter dat de besmette melk vaak rechtstreeks wordt gedumpt in het riool. Het verbod is noodzakelijk voor de zuivelfabrikanten, omdat antibiotica in een hoge mate remmend werkt op de bacteriële zuring (fermentatie) en daardoor kunnen zuivelprocessen niet meer plaatsvinden. Enkele sporen van antibiotica kunnen fataal zijn, want bij bijvoorbeeld yoghurtbacteriën ligt de gevoeligheidsgrens op 0,01-0,005 I.E. penicilline. Daarnaast kunnen sporen van antibiotica in melk een mens immuun maken.
Onbekend is wat dit alles betekent voor de directe gezondheidseffecten op de mens. Het aantonen van dergelijke verbanden is tijdrovend en zeer duur. Daarnaast worden mensen beïnvloed door vele industriële stoffen, waarvan de uitwerkingen vaak dezelfde symptomen kunnen genereren. Door dit alles kunnen embryonale gevolgen vrijwel niet worden onderzocht, de wetenschap is daar te beperkt voor. In 2003 werd door de Vlaamse Milieumaatschappij aangetoond dat de Schelde een 50-100 keer zo hoog gehalte bevatte met het oestrogeen (6 kg per dag) dan in andere landen. Volgens de onderzoekers zijn in de toekomst de gevolgen niet te overzien en ook voor de mens zouden er drastische gevolgen zijn. Prof. dr. F. Comhaire: “Bij vrouwen kunnen er voor de puberteit en na de menopauze problemen optreden. Het stijgende aantal borstkankers en vruchtbaarheidsproblemen zou daar verband mee houden … Mannen kunnen prostaatkanker en slechtere spermakwaliteit krijgen en ook allerlei afwijkingen bij de geboorte.” De 50 gram oestrogeen op 500 miljoen kubieke meter gezuiverd water per jaar lijkt weinig, maar heeft het effect van ‘een atoombom’, aldus Comhaire.
Na een grootschalig onderzoek in 2002 door het Landelijk Onderzoek Oestrogene Stoffen (LOES), naar hormoonverstorende stoffen en medicijnen in oppervlaktewater, is het nog steeds niet duidelijk waar daadwerkelijk de hormonen vandaan komen en wat de nadelige effecten zijn op het milieu. Er bestaan namelijk in Europa nog steeds geen specifieke, wettelijke normen voor de aanwezigheid van geneesmiddelen of hormonen in het water. Pas in 2015 zal het oppervlakte- en grondwater aan bepaalde eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water moeten voldoen. Medicijnen en hormonen zijn nog steeds een knelpunt in het beleid, omdat er te weinig toxicologische gegevens beschikbaar zijn en alles afhangt van statistiek en risicoanalyses. In 2006 is daarom door Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) gestart met de monitoring van nieuwe verstorende stoffen in water. Maar die worden nog steeds niet in het Europees waterkwaliteitsbeleid meegenomen.
Een onderzoek van het RIVM in 2007 heeft uitgewezen dat er grote stijgende concentraties hormonen in het oppervlaktewater voorkomen. De conclusie is dat “de effecten van de slecht afbreekbare medicijnen op de volksgezondheid zo laag dat het te verwaarlozen is.” Dit is een opmerkelijke uitspraak, omdat het rapport pleit voor een diepgaand onderzoek naar de milieukwaliteitsnormen, risicoanalyses, het effect van hormonen op dieren en het verband tussen veehouderijen en antibiotica. Opvallend is dat in het onderzoek er een risicoschatting gedaan op basis van toxicologische gegevens. Zo waren voor sommige stoffen geen gegevens aanwezig en daarom heeft het RIVM maar een voorlopige waarde afgeleid. Ook lag de detectiegrens van de meeste stoffen 10 ng/l, terwijl in laboratoria is gebleken dat sommige medicijnen in veel lagere concentraties al het immuunsysteem van menselijke cellen kunnen aantasten. Uitgaande van de ontbrekende ecotoxicologische gegevens en het beoogde werking waarvoor geneesmiddelen zijn ontwikkeld, concludeert echter Rijkswaterstaat dat er wel degelijk rekening moet worden gehouden met de effecten op waterorganismen. De RIVM spreekt de conclusie van het rapport in feite zelf ook tegen, als het aangeeft dat in de toekomst beleidsmaatregelen nuttig en hard nodig zijn, om het watermilieu en het drinkwater te beschermen tegen medicijnresten en hormonen. Het RIVM gebruikt daarom nu in een nieuwer rapport de hoeveelheid geneesmiddelengebruik in Nederland, om te kunnen voorspellen hoeveel van deze middelen in het oppervlaktewater terecht kunnen komen. Echter kan worden geconcludeerd dat het uitvoeren van dergelijke onderzoeken nog steeds zinloos is, zolang er geen onderzoek wordt gedaan naar de impact van hormonen op het milieu of op de mens.
Wereldwijd komen er echter steeds meer protesten tegen de toename van medicijnresten en hormonen in het water. Zo gaf Vaticaan op 4 januari 2009 namens de Internationale Federatie van Katholieke Artsenverenigingen in de krant ‘L’Osservatore Romano’ aan dat de “de tonnen hormonen vernietigende ecologische gevolgen heeft.” “Wij beschikken over voldoende gegevens om te stellen dat een niet te verwaarlozen oorzaak van mannelijke onvruchtbaarheid in het Westen de milieuvervuiling is…veroorzaakt door de bijproducten van de pil”, aldus de katholieke arts P.J.M.S. Castellví. J. van de Geest (SWNM) voert ook al jarenlang een strijd tegen milieubewegingen en fabrikanten voor het behoud van de agrarische sector en de visserij, vanwege de fosfaatvervangers en medicijnresten in het oppervlaktewater. “Fabrikanten moeten gedwongen worden geneesmiddelen te ontwikkelen die snel afbreekbaar zijn, want op dit moment zijn alle koeien en vissen ‘aan de pil’… Het is allemaal wetenschappelijk bewezen, maar de milieubewegingen doen niets. En wat doet de regering? Die korten de visquota omdat de vissers de schuldigen zijn van de terugloop van de visstand”, aldus Van de Geest. De regeringsinstellingen zouden medeschuldig zijn aan het teruglopen van de visstand. De SWNM beroept zich op bronnen van de prof. dr. M. Scheffer (Universiteit van Wageningen). Daarin wordt vermeldt dat er elk jaar in Nederland miljarden liters chemisch vervuild water en 400 miljoen m3 rioolwater (door riooloverstort) in het oppervlaktewater terecht komt. Ook zouden waterzuiveringen in Europa een versnelde doorstroming hebben tijdens hevige regenval. En er wordt op gewezen dat 30% van al het Europees rioolslib in de Noordzee wordt gedumpt, waarvan 2 miljoen ton rioolslib uit Nederland afkomstig is.
De SWNM roept daarom alle regeringsinstellingen en fabrikanten op tot een gezamenlijke verandering. Maatregelen bij ziekenhuizen, geavanceerde zuiveringstechnieken en lokale afvalstromenscheiding moeten verdere problemen met hormonen en geneesmiddelen in (drink)water voorkomen. Dat dit nodig is blijkt ook na de jaarlijkse BTO – bijeenkomst op 19 november 2008 bij het KWR Watercycle Research Institute. Daarbij kwamen onderzoekers over het algemeen tot de volgende conclusie: drinkwaterbedrijven in Europa moeten waakzaam zijn tegen glucocorticoïden (hormonen) en vergelijkbare vervuilingen. En ook zou er een (internationale) watercyclusbrede aanpak nodig zijn, met een onderzoek naar de gezondheidseffecten en de verwijderingsmethoden van hormonen. De manier waarop wereldburgers en fabrikanten met medicijnen omgaan en de manier waarop rioolwater wordt gezuiverd zal in de toekomst radicaal veranderd moeten worden.
Gebruikte bronnen
● Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, RIZA Rijkswaterstaat (2009), Overzicht ‘nieuwe’ stoffen, toepassing en eigenschappen, http://www.stowa.nl/uploads/themadownloads2/mID_4910_cID_3900_ 07617603_overzicht%20stoffen%20toepassing%20en%20eigenschappen.pdf
● Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid (2009), Het zieke water, http://www.swnm.nl/het-zieke-water.html
● Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid (2009), Actiepunten van de SWNM, http://www.swnm.nl/actiepunten-swnm.html
● KWR Watercycle Research Institute (2009), BTO Vandaag – BTO onderzoekbijeenkomst bij KWR, http://www.kwrwater.nl/page.asp?id=1806&terms=gluco&searchtype=2&fragment=Belgian Federal Science Policy Office (2009), ENDIS-RISKS: Endocrine Disruption in the Scheldt estuary: distribution, exposure and effects, http://www.vliz.be/projects/endis/index.php
● Belgian Federal Science Policy Office (2009), INRAM: Integrated Risk Assessment and Monitoring of micropollutants in the Belgian coastal zone, http://www.vliz.be/projects/inram/
● Directoraat – Generaal Water, Ministerie VW en Nationaal Bestuursakkoord Water (2009), Europese Kaderrichtlijn Water, http://www.kaderrichtlijnwater.nl/
● RIVM, Bureau REACH (2009), Nieuwe stoffen, http://www.rivm.nl/br/nieuwe_stoffen/
● NRC Handelsblad (4 januari 2009), Vaticaanse krant: pil vervuilt milieu, http://www.nrc.nl/buitenland/article2111056.ece/Vaticaanse_krant_pil_vervuilt_milieu
● Water Factory Systems (2009), Zuiver drinkwater thuis, http://www.zuiverwater.nl/
● Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid (24 december 2008), Habitatgebieden Noordzee niet gediend met visserijverbod, SWNM, Nieuwlande
● Ministerie Verkeer en Waterstaat (8 december 2008), Geneesmiddelen in het water?, http://www.trendsinwater.nl/index.cfm?page=dossier.Waterkwaliteit%20ecologie%20en%20gezonde%20watersystemen&artikel=259&zoekveld=&zoek=
● Ministerie Verkeer en Waterstaat (8 december 2008), Analyse humane en veterinaire geneesmiddelen, http://www.trendsinwater.nl/index.cfm?page=dossier.Waterkwaliteit%20ecologie%20en%20gezonde%20watersystemen&artikel=53&zoekveld=&zoek=
● RIVM (19 november 2008), Kwaliteit drinkwater daalt door vergrijzing, RIVM, Bilthoven
● Spitsnieuws (30 oktober 2008), Medicijnen zijn nu de milieuvervuilers, http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2008/10/medicijnen_zijn_nu_de_milieuve.html
● Adrianne Appel, Inter Press Service (28 februari 2008), Vissen wereldwijd aan de pil, http://www.oneworld.nl/index.php?articleId=13691&articleType=Nieuwsartikel&page=1
● Vitens Vers Water (26 februari 2008), Vissen aan de pil, http://www.verswater.nl/Nieuws/Vissen+aan+de+pil.htm
● Wageningen UR (20 februari 2008), Dossier: Nieuwe stoffen, http://library.wur.nl/dps/diensten/dossiers/nieuwestoffen.html
● Nederlands Dagblad (12 januari 2008), “Door schadelijke stoffen in slootwater zijn alle koeien aan de pil’, http://www.nd.nl/artikelen/2008/januari/12/-door-schadelijke-stoffen-in-slootwater-zijn-alle-
● Vakblad H2O (nummer 24, 2008), Testcase glucocorticoïden als demonstratie van samenwerking in de watercyclus
● Vakblad H2O (nummer 18, 2008), Risico’s van cytostatica in het aqautisch milieu
● RIVM (2008), Geneesmiddelen in bronnen voor drinkwater, Monitoring, toekomstig gebruik en beleidsmaatregelen, RIVM Bilthoven
● Boomblad (14 november 2007), Hormonen in water nachtmerrie voor natuur, http://www.boomblad.nl/index.php?id=327
● Resource Weekblad voor Wageningen UR (8 november 2007), Vrouwelijke hormonen glippen het milieu in, http://www.resource-online.nl/home.php?r=1&id=1498
● Provinciale Zeeuwse Courant (13 september 2007), Door toilet gespoelde medicijnen vervuilen drinkwater steeds meer, http://www.twillmedwater.nl/weblog/archive/2007/09/14/door_toilet_gespoelde_medicijn
● RIVM (13 september 2007), Steeds meer geneesmiddelen in drinkwater, http://www.rivm.nl/persberichten/2007/geneesmiddelen_in_drinkwater_2007.jsp
● Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (13 februari 2007), Overzicht monitoring bijzondere stoffen, http://www.stowa.nl/uploads/themadownloads2/mID_4910_cID_3900_51622807_overzicht%20monitorig%20bijzondere%20stoffen_13%20febr%202007.pdf
● RIVM (2007), Diergeneesmiddelen en natuurlijke hormonen in oppervlaktewater van gebieden met intensieve veehouderij, RIVM, Bilthoven
● Federaal Wetenschapsbeleid (30 april 2006), Onderzoeksproject: Endocrie