Groot-Brittannië en de Verenigde Staten betalen in het geheim grote sommen geld aan de Afghaanse krijgsheren om hen over te halen niet in opstand te komen tegen de nieuwe regering van president Karzai.
Informanten van het Britse dagblad The Observer zijn er achter gekomen dat zakken vol met dollarbiljetten over zijn gevlogen naar Afghanistan, in sommige gevallen met behulp van Britse legervliegtuigen.
Het Britse dagblad schrijft dat het grootste deel van het geld bestaat uit dollars, slechts een klein gedeelte bestaat uit Britse ponden.
Het is inmiddels bekend dat Gul Agha Sherzai, de gouverneur van de zuidelijke provincie Kandahar, en een krijgsheer in de oostelijke provincie Nangahar en diverse andere krijgsheren met miljoenen dollars voorzien zijn door de Britse en Amerikaanse geheime dienst.
Veel van deze leiders zijn verwikkeld in de illegale opiumhandel, drugssmokkel en hebben zich schuldig gemaakt aan grove schendingen van de mensenrechten.
De westerse geheime diensten vrezen dat als zij de krijgsheren niet betalen, het land in totale anarchie vervalt.
Zodoende zou de verdreven terrorist Osama Bin Laden en zijn overgebleven Taliban strijders van de chaotische situatie gebruik kunnen maken om opnieuw hun macht in Afghanistan te vestigen.
Inmiddels heeft het Foreign Office, het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken de ‘deals’ bevestigd. “Zo werkt het nu eenmaal in dit deel van de wereld”. “In elk geval koop je geen krijgsheren in Afghanistan, je huurt ze voor een periode”.
Dat is belangrijk.
De Russen maakten een fout toen zij dachten de krijgsheren voor eens en altijd aan zich te kunnen binden. Maar na verloop van tijd kwamen de krijgsheren terug en zeiden: “Luister, mijn mannen gaan niet meer akkoord met de huidige deal, wij willen meer geld, anders kun je het wel vergeten en dan vallen we je aan”.
Eerdere pogingen om krijgsheren om te kopen waren niet altijd succesvol. In april van dit jaar werden krijgsheren betaald om Osama Bin Laden op te pakken die zich op dat moment schuil hield in het Afghaanse bergland. Maar Osama Bin Laden kocht op zijn beurt ook krijgsheren om met het doel hem te laten ontsnappen. Zo konden de krijgsheren tweemaal vangen.
Een andere krijgsheer die 400.000 dollar van de CIA had ontvangen om met zijn strijders de grens met Pakistan te bewaken, werd kort daarna door de regering vervangen door een wettige gouverneur. Weg geld.
Deze krijgsheer trok zich met zijn mannen terug in de bergen van waaruit hij nu acties onderneemt tegen de regering van Karzai.
“Je speelt met vuur en je geeft toe aan de slechtste elementen van de Afghaanse cultuur en maatschappij”, aldus een Westerse diplomaat in Pakistan. “Afghanistan is meer geholpen met de uitbreiding van vredestroepen en humanitaire hulp voor gewone mensen”.
Dat de goed bedoelde hulp van het westen uiteindelijk het probleem in stand houdt of wellicht verergert, blijkt uit het feit dat het betalen van de krijgsheren en hun strijders enorme rivaliteiten veroorzaakt met andere clans die geen geld ontvangen. Zodoende proberen bepaalde krijgsheren geld te ‘verdienen’ door een aantal dode Taliban strijders of leden van Al Qaeda ten tonele te voeren. Of deze strijders daadwerkelijk in de strijd zijn gevallen, daar vragen de westerse geheime diensten niet naar.
Zolang Osama Bin Laden en zijn Al Qaeda strijders actief zijn, kunnen de krijgsheren de westerse geheime diensten ‘aan het lijntje’ houden.
Afghanistan is nog steeds een middeleeuwse piratenburcht en een smokkelaarnest dat tot op de dag van vandaag gedicteerd wordt door een stel rovershoofdmannen. De mores van deze krijgsheren wordt niet helemaal begrepen door de westerse regeringen die proberen een wezensvreemd element, democratie, te installeren.